Begrippenlijst

Aanvullende informatie is te vinden bij de grafieken.

 

Aanleg dialysetoegang (shunt voor hemodialyse of PD-katheter voor peritoneale dialyse)

Voor hemodialyse moet de dialysemachine worden aangesloten op de bloedbaan. Dat gebeurt via een shunt (ook wel: vaattoegang of dialysetoegang). Dit is een ader die geschikt is gemaakt om vaak aan te prikken (meestal in de arm).

Voor peritoneale dialyse is een toegang naar de buikholte nodig. Hiervoor wordt een kunststof slangetje (katheter) via de buikhuid in de buikholte geplaatst. Het andere uiteinde blijft aan de buitenzijde van de buik en hieraan kan de patiënt de vloeistofzak voor een spoeling koppelen.

Voor hemodialyse kan de dialysemachine ook worden aangesloten aan een kunststof slangetje in het bloedvat (hemodialysekatheter). Deze vaattoegang wordt hier buiten beschouwing gelaten.

 

Aantal patiënten

Hier: het aantal patiënten met ernstig verminderde nierfunctie of met nierfalen.

 

Antibiotica

Medicijn dat wordt gebruikt bij infecties die worden veroorzaakt door bacteriën.

Anti-depressiva
Medicijn om depressieve klachten te verminderen.

 

Behandeling

Soort behandeling die een patiënt heeft ondergaan.

 

Co-morbiditeit
Andere aandoeningen die een patiënt met een nierziekte heeft.

 

Diabetes mellitus

Ander woord voor suikerziekte.

Ferrofumaraat
Medicijn dat ijzervoorraad in het lichaam aanvult bij ijzertekort.

 

Fosfaatbinders
Medicijn dat voorkomt dat fosfaat uit de voeding in het lichaam wordt opgenomen.

 

Huisartscontacten
Het aantal contacten met de huisarts.

 

Incidentie op dag 1
Het aantal patiënten dat start met een behandeling in een jaar.

 

Incidentie op dag 91
Het aantal patiënten dat start met een behandeling in een jaar en vervolgens 90 dagen heeft overleefd.

 

Insuline
Medicijn voor mensen met diabetes mellitus om de hoeveelheid glucose in het bloed te verlagen.

 

Intensive care opnames
Het aantal opnames op een intensive care.

 

Macro-vasculaire aandoeningen
Aandoeningen aan hart- en bloedvaten, zoals hersenberoerte, hersenbloeding, hartinfarct, hartfalen en amputaties van ledematen.


Maligniteit
Een ander woord voor kanker.

Medicatie

Ander woord voor medicijnen.

 

Mortaliteit
Een ander woord voor overlijden.

 

Natriumbicarbonaat
Medicijn dat verzuring bij nierfalen tegen gaat.

Nierbiopsie

Bij een nierbiopsie haalt de arts met een naald een klein stukje nierweefsel uit het lichaam. Aan het weefsel kan men zien hoe groot de nierschade is, en vaak ook wat de oorzaak van de nierschade is.

 

Nieuw getransplanteerden
Het aantal niertransplantaties dat in een jaar heeft plaatsgevonden.

 

NSAIDs
Pijnstillers met een ontstekingsremmende werking.

Overige aandoeningen

Aandoeningen die bij patiënten met een nierziekte kunnen voorkomen.

 

Perifeer vaatlijden

Perifeer vaatlijden is een ziekte van de slagaders door afzetting van vet en verharding of verkalking van de wand van de slagader. Deze ziekte wordt ook aderverkalking of slagaderverkalking genoemd.

 

Plaatjes aggregatieremmers
Medicijn dat het vermogen van bloedplaatjes om samen te klonteren verminderd.

Prevalentie
Het aantal patiënten dat op 31 december van een jaar in leven is.

 

RAAS-ARB
Medicijn tegen hoge bloeddruk.

Screening (van nierpatiënt voor een niertransplantatie)

De nefroloog (nierdokter) onderzoekt of de patiënt gezond genoeg is voor een niertransplantatie.

 

Statines
Medicijn om het cholesterol te verlagen.

 

Uitkomsten

Mogelijke negatieve gevolgen van een nierziekte.

 

Verpleegtehuis opnames
Het aantal opnames in een verpleegtehuis.

 

Vitamine K-antagonisten
Medicijn waardoor het bloed minder kans krijgt om te stollen.

Ziekenhuisopnames
Het aantal opnames in een ziekenhuis.

 

Ziekenhuisspecialismen
Soort specialisten (dokters) die nierpatiënten in het ziekenhuis behandelen.

 

Zorgactiviteiten
Ingrepen of behandelingen die voor andere aandoeningen dan de nierziekte zijn toegepast bij patiënten met een ernstig verlaagde nierfunctie of nierfalen.

 

Zorgkosten

Alle zorg waarvoor betaald is door de zorgverzekeraar, zoals huisartsenzorg, zorg in ziekenhuis door medisch specialisten, kosten voor medicatie van de apotheek, psychische zorg, fysiotherapie, etc.

 

Zorgkosten, niet-ziekenhuisgerelateerd
Alle niet-ziekenhuisgerelateerde zorg waarvoor betaald is door de zorgverzekeraar, zoals huisartsenzorg, kosten voor medicatie van de apotheek, psychische zorg, fysiotherapie, etc.

 

Zorgkosten, ziekenhuisgerelateerd
Alle ziekenhuisgerelateerde zorg waarvoor betaald is door de zorgverzekeraar, zoals zorg op de polikliniek, zorg op spoedeisende hulp, zorg tijdens een ziekenhuisopname, medicatie toegediend in een ziekenhuis, dagbehandeling etc.